zondag 30 juni 2013

Zondagochtend: de spiegel van het brood


Ik ben geen brood-eter.
Abe had brood gemaakt, zelf brood gemaakt. Daar zaten abrikozen en krenten in,
het was wit en zacht,
en dat vond ik heerlijk.
Dat was met liefde bereid en met liefde gegeten.

Meestal eet ik brood op het werk. Brood van de supermarkt. Met kaas.
Uit een broodtrommel of een boterhamzakje,
waar het brood al sinds die ochtend de lunch afwacht.

Het is dagelijks brood en dus te prijzen,
maar ik vind het niet lekker.
En daarover voel ik me schuldig.

Brood is voor het westen wat rijst is voor het oosten: de basis van het dieet.
Het symbool voor voedsel in het algemeen.

Brood breken en delen.
Een broodmaaltijd.
Droog brood dat als laatste overblijft om van te leven.

In mijn brood spiegelt zich het voedselprobleem van de wereld en de rijkdom van het broodrijke westen.
Maar het is mijn minst favoriete eten.

Ik geniet extra van mijn avondmaaltijd en troost me met de gedachte dat ik altijd nog
1. naar Italie kan emigreren voor twee warme maaltijden per dag of
2. stokbroden kan gaan eten, want die vind ik wel te allen tijde lekker.

Andere troost: al het brood dat ik niet eet blijft over voor anderen.

Spiegel je rijkdom in je brood, en voed de wereld met wat je uitdeelt.





maandag 24 juni 2013

Katten


De wereld kan niet zonder katten
en ook niet zonder foto's van katten, trouwens.


[model: Jamie, broer van Jesse*]
*[hier ergens]

Tijd

Stop de tijd
en ik zal zitten om te lezen
alle boeken
die er ooit geschreven zijn

Stop de tijd
en ik zal mijn verveling afschudden
in het zicht
van alle tijd beschikbaar

[hoewel de eeuwigheid me niet al te zeer aanspreekt:
ook lezen wordt behoorlijk saai, na 'n tijdje]

zondag 23 juni 2013

Peter & Bas


Peter & Bas zijn in mijn huis geboren.
Ze groeiden op en werden stevige jongens.
Ze verhuisden, kregen buren en huisgenoten,
waaronder Tom. Tom is een tweeling,
en Bas vond zijn pleegbroer op de balkonrand.

[Bas woont ter rechter zijde,
Peter links. Pleegbroer Bas 2.0 resideert in het midden.
De broertjes Tom huizen in grijze potten. Zij kennen Bas
nog uit hun kindertijd.
De enige dame in het gezelschap is Minthe. Ze heeft last
van groeistuipen.]

Hieronder voor de liefhebbers van babyfoto's:
Bas & Peter in hun jonge jaren,
en die keer dat Tom kwam logeren.

Ikea is terug


Eigenhandig verhuisd
van de grote blauwe vestiging in de Bijlmer
via de metro
en de bus
met mijn blote handen
spierballen kwekend
en dan ook nog zelf in elkaar gezet.
Lego heeft me gevormd en klaargestoomd
het verhuisdozen sjouwen heeft me gehard.
Girlpowerrr.

vrijdag 21 juni 2013

In de categorie 'krampachtige kantoorhumor met kerels'


'Vrouwen! Leuk spul, maar totaal onnavolgbaar.'

Was getekend, een collega.
Lolbroek.

Ik wilde alleen maar chocolademelk in plaats van thee.

donderdag 20 juni 2013

Zomerfruit


Ananas, schmananas.

Een sappige, rijpe, volle, rode, overheerlijke nectarine lacht me toe.
Ben ik in de hemel? Die geur alleen al is paradijslijk.

Het is me gelukt om de ananas te slachten en er zelf zonder kleerscheuren van af te komen.
De smaak viel wat tegen, maar de overwinningsroes was des te zoeter.

Zomerse vreugde.

Maar toen kwam het moment dat de nectarines in de schappen lagen.
Eindelijk écht zomer, en een stuk makkelijk te pellen.

[tevens smakelijk bij regen & onweer]

dinsdag 11 juni 2013

Verse ananas


Verse ananas in de aanbieding.

Als kind van de melk-groeit-toch-in-een-pak-en-alle-komkommers-zijn-even-recht-generatie moet ik nu nog een creatieve manier vinden om deze directe confrontatie met De Natuur [in de vorm van een vrucht met egel-achtige verpakking] aan te gaan.

Wie wint, Ananas of Anna?

[tergend trage minuten gaan voorbij]

Update: Anna is aan de winnende hand, maar de ananas verweert zich kranig.

donderdag 6 juni 2013

Fyra-leed: heenreis


Om 16.55 vertrekt vanaf spoor 14a uit Amsterdam de Fyra naar Breda. De oude Fyra, wel te verstaan, want alle nieuw aangekochte, maar rijkelijk met fouten en mankementen ontsierde toestellen staan te verroesten op een viaduct in de Watergraafsmeer. Met of zonder bodemplaat, en naar het schijnt ook nog bij tijd en wijle spontaan ontbrandend. Goed dat die levensgevaarlijke zelfgeknutselde treintjes geen reizigers vervoeren, dunkt mij.

Als ik ze zie, die arme Fyra's, vind ik ze eenzaam en pips ogen. Bestemming niet bereikt. Kuchend en proestend aan de kant geparkeerd. Mijmerend  terugdenkend aan Italië - het eten is daar immers zo veel beter. En de persoonlijke aandacht veel groter. Elke Fyra schijnt op unieke wijze in elkaar te zijn getimmerd door liefhebbende Italianen. Zo onnavolgbaar uniek, dat voor Nederlandse monteurs geen systeem te ontdekken valt aan de hand waarvan een Fyra enigszins gestandaardiseerd, pak 'm beet, licht gerepareerd zou kunnen worden. En dat is lastig als je met panne op een spoor staat, boze reizigers en alles.

Mijn degelijke Fyra komt echter netjes op tijd Amsterdam Centraal binnen geknord. Blij met nieuwe passagiers en de zomerzon op de warmste dag van de prille zomer.

Omroeper.

'Fyra vertrekt van spoor 14a. Toeslag is niet verplicht.'

Ik had net al zo'n toeslag-kaartje gekocht. Mijn bijdrage is dus niet verplicht maar, opmerkelijk genoeg, opeens vrijwillig.

'Vrijwillige sponsoring van de Fyra...'

De gedachte smaakt bitter, en ik begin op internet vast te zoeken naar het geijkte NS-formulier. Het is echter te warm voor een klacht, merk ik. Zou ik mijn tweede klas toeslag bij de conducteur kunnen ruilen voor een eerste klas zitplaats?

De airco zoemt er en het is waarschijnlijk minder volgepropt.

Ik vertrouw mijn eigen charmes en het vermogen tot vriendelijkheid bij conducteurs van de NS niet (een combinatie hiervan zal me al pratend en glimlachend toch een eerste klas stoeltje op moeten leveren) en ik zet mij braaf neer in de tweede klas.

Om vervolgens met de aansluitende niet-Fyratrein een vertraging op te lopen die alle Fyrasnelheid ('een half uur eerder in Rotterdam!') volstrekt weer teniet doet.

En daarmee strijkt Fyra inc. mijn vrijwillige bijdrage ook nog op.

Ik vind dat lichtelijk frustrerend, zeg maar wel enigszins een beetje.

dinsdag 4 juni 2013

Almere anno nu


Toevallig was ik er laatst: Almere.

De Nieuwe Bibliotheek bleek een geschikte plaats voor koffie met een goed gesprek. Of een goed gesprek met koffie, want de koffie verdween wat naar de achtergrond. Hoe dan ook had de trein ons tot Almere gebracht en Almere zelf had ons tot in de bieb geleid. Dit geschiedde, hoe kan het ook anders, dankzij de spoorwegen en haar omwegen, garant voor avontuur en grenzeloze ontdekkingen. Ik had niet verwacht nog eens zo plotseling in de stad van Ali B. te belanden.

Abe en ik, wij streken neer en keken bewonderend om ons heen. En zoekend, maar Ali B., toch doorgaans de ideale gastheer, bleek nergens te bekennen. Vast voor een schnabbel de hort op.

Almere. Bedrijvig, uitnodigend, levendig. De gedachte er zelf te wonen spreekt niet tot me. Na het zien van de reclame die de stad Almere voor zichzelf rondstuurt ben ik daar nog eens wat zekerder van:



Deze flyer viel nota bene in mijn brievenbus op IJburg. Almere, hallo? Dit is die andere buitenwijk van Amsterdam die vol staat met gloednieuwe architectuur. Ik weet niet hoe het voor de rest van van dit vakantie-eiland is, maar doe mij maar die nieuwbouw uit 1673. Ik woon hier soms ook alleen maar omdat de binnenstad niet te betalen is.*

Mocht de stad Almere mijn huis aan de grachtengordel (in het Amsterdam van 1673) willen financieren, ben ik zeker niet te beroerd om een verhuisbedrijf te laten aanrukken. Zelfbouw in Almere anno 2013, nee bedankt.

asterisk

* Een blogpost
over de vele andere voordelen van IJburg
volgt wellicht/hopelijk/waarschijnlijk later
wel/niet.

(doorstrepen wat niet van toepassing is)

zondag 2 juni 2013

Huis Doorn en Keizer W.


Met Abe bezocht ik het huis van Keizer Wilhelm II, te Doorn.

Hij, de Keizer, woonde er na zijn asielaanvraag in Nederland (1920 - 1941). Het ging er toen tolerant aan toe. Een asielzoeker mocht riant resideren en kreeg een heel wat gerieflijker onderkomen dan een Vluchtkerk.

Ja, meneer de Keizer zat er comfortabel bij voor een statenloze, maar leefde wel wat klein behuisd. Naar zijn eigen maatstaven, althans. Toen hij nog in Duitsland mocht wonen had hij namelijk een paleisje of zestig.

Echter de Eerste Wereldoorlog werd hem iets te zeer kwalijk genomen, en hij mocht zijn vaderland niet meer in. Hij belandde in Doorn. Na een logeerpartijtje van anderhalf jaar bij een goede kennis kocht hij een riant huis in het gehucht, een dorp van niets. Van zestig paleizen moest Wilhelm terug naar een bescheiden landhuis: het werd wat proppen, daar op de Utrechtse Heuvelrug.

Volgens de gids die Abe, mij, een ander jong stel en een verdwaalde Duitser rondleidde, lag de roddelpers binnen de kortste keren geïnteresseerd in de bosjes. Er verrezen hotels en andere horecagelegenheden in het voorheen zo rustige Doorn. Die andere verdwaalde Duitser, de Keizer, zorgde voor de nodige roering.

Zijn vijf Keizerlijke tekkels liggen overigens, ieder onder een eigen steentje en netjes naast elkaar, in de tuin begraven. De tekkel die hem in de oorlog vergezelde krijgt net iets meer eer en ligt mooi in het midden.

De twee vrouwen van de Keizer stierven in Huis Doorn, en hij zelf ook. Ik denk dat het er welhaast moet spoken. Het kan niet anders of Wilhelm, zijn vrouwen en zijn tekkels zwerven rusteloos rond door de tuinen, 's nachts. Zag ik daar een wijnglas verschuiven op de rijkgedekte eettafel?

In de vitrine over 'massabewegingen' staat een exemplaar van Mein Kampf, overigens een druk uit de jaren zestig. Keizer Wilhelm overleed reeds in 1941 en had met Hitler niet veel op. Wel met zijn bewonderde Duitsland, maar het volk kotste hem uit. De begrafenis van zijn eigen vrouw, in eigen land wel zeer geliefd, kon hij daarom niet bijwonen. Hij moest het lichamelijk overschot bij het laatste treinstation voor de grens gedag zeggen en terugkeren naar zijn comfortabele maar eenzame huis van verbanning. Haar slaapkamer verzegelde hij en hij kwam er nooit weer. Op het bed waarin ze stierf zijn nog steeds kransen en bloemen te zien, die er na haar overlijden zijn neergelegd. Haar rolstoel staat naast het bed, als een herinnering aan haar laatste jaren.

Op een zomerse zondag is het anno 2013 geen slechte plek om te vertoeven, Huis Doorn. Je voelt er echter wel het verleden - en dat is niet zelden zwanger van de tragische loop der mensenlevens.