zondag 2 juni 2013

Huis Doorn en Keizer W.


Met Abe bezocht ik het huis van Keizer Wilhelm II, te Doorn.

Hij, de Keizer, woonde er na zijn asielaanvraag in Nederland (1920 - 1941). Het ging er toen tolerant aan toe. Een asielzoeker mocht riant resideren en kreeg een heel wat gerieflijker onderkomen dan een Vluchtkerk.

Ja, meneer de Keizer zat er comfortabel bij voor een statenloze, maar leefde wel wat klein behuisd. Naar zijn eigen maatstaven, althans. Toen hij nog in Duitsland mocht wonen had hij namelijk een paleisje of zestig.

Echter de Eerste Wereldoorlog werd hem iets te zeer kwalijk genomen, en hij mocht zijn vaderland niet meer in. Hij belandde in Doorn. Na een logeerpartijtje van anderhalf jaar bij een goede kennis kocht hij een riant huis in het gehucht, een dorp van niets. Van zestig paleizen moest Wilhelm terug naar een bescheiden landhuis: het werd wat proppen, daar op de Utrechtse Heuvelrug.

Volgens de gids die Abe, mij, een ander jong stel en een verdwaalde Duitser rondleidde, lag de roddelpers binnen de kortste keren geïnteresseerd in de bosjes. Er verrezen hotels en andere horecagelegenheden in het voorheen zo rustige Doorn. Die andere verdwaalde Duitser, de Keizer, zorgde voor de nodige roering.

Zijn vijf Keizerlijke tekkels liggen overigens, ieder onder een eigen steentje en netjes naast elkaar, in de tuin begraven. De tekkel die hem in de oorlog vergezelde krijgt net iets meer eer en ligt mooi in het midden.

De twee vrouwen van de Keizer stierven in Huis Doorn, en hij zelf ook. Ik denk dat het er welhaast moet spoken. Het kan niet anders of Wilhelm, zijn vrouwen en zijn tekkels zwerven rusteloos rond door de tuinen, 's nachts. Zag ik daar een wijnglas verschuiven op de rijkgedekte eettafel?

In de vitrine over 'massabewegingen' staat een exemplaar van Mein Kampf, overigens een druk uit de jaren zestig. Keizer Wilhelm overleed reeds in 1941 en had met Hitler niet veel op. Wel met zijn bewonderde Duitsland, maar het volk kotste hem uit. De begrafenis van zijn eigen vrouw, in eigen land wel zeer geliefd, kon hij daarom niet bijwonen. Hij moest het lichamelijk overschot bij het laatste treinstation voor de grens gedag zeggen en terugkeren naar zijn comfortabele maar eenzame huis van verbanning. Haar slaapkamer verzegelde hij en hij kwam er nooit weer. Op het bed waarin ze stierf zijn nog steeds kransen en bloemen te zien, die er na haar overlijden zijn neergelegd. Haar rolstoel staat naast het bed, als een herinnering aan haar laatste jaren.

Op een zomerse zondag is het anno 2013 geen slechte plek om te vertoeven, Huis Doorn. Je voelt er echter wel het verleden - en dat is niet zelden zwanger van de tragische loop der mensenlevens.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Schrijf hier iets, als je daar zin in hebt!