maandag 27 augustus 2012

Oppaskat F. aan de wandel

De oppaskat besloot een wandelingetje te gaan maken.

Wekenlang toon ik mij al van mijn meest kattenliefhebbende zijde, verdraag ik F.'s weeklagen, heimweeaanvallen (baasjes zijn toch minstens een kleine vier weken weg), neiging tot huiselijk geweld (aanvallen op plinten, spinnen, langslopende benen en beschikbare planten, bloemen en ander levend spul) en zeer rommelige aard (overal brokken en kattengrit, om niet te spreken over stukken meubel her en der).
Ook hoor ik haar litanieën aan, ze heeft namelijk zeer veel te bespreken en doet dat op een toon die voor mij simpel mens (zowel dag als nacht) klinkt als 'ik heb honger, voed mij' of 'ik wil aandacht, aai mij' - natuurlijk ben ik maar een tamelijk onderontwikkelde ziel die de verhandelingen over Kierkegaard niet begrijpt, maar ik spreek dan ook geen Kats.

Wat ik zeggen wil, is dat ik in al mijn nederigheid en vindingrijkheid een waardig kattenoppas probeer te zijn.

Kat F. is echter niet tevreden met haar -overigens ruimbemeten- Amsterdamse appartement -en blijkbaar niet met mij!-, en neigt naar de buitenwereld. Zoveel was me na dag 1 wel duidelijk, jawel, maar De Instructies waren dan ook onverbloemd recht door zee: Niet Buiten Laten! Alleen Als Zij Niet Weg Loopt Mogelijk Even Met Je Mee Op Het Balkon Laten Lopen! Anders Binnen Houden! Alle Deuren Altijd Dicht!
En het moet gezegd: oppaskat F. had zich tot dusverre ook vrij deugdelijk en ontspannen gedragen op momenten dat de balkondeuren geopend waren dan wel op momenten dat zij zich, samen met mij, op het balkon begaf om planten water te geven dan wel te molesteren (zij - it wasn't me). Ze snuffelde en dartelde, keek me liefdevol aan en waande zich in de hemel - ik schreef het eerder al: in het diepst van haar wezen is zij een straatkat eerste klas en komt haar ware aard tot volle ontplooiing in Buitenlucht. Oh ja, de vrijheid leek haar welzeker te lonken, maar ze bleef toch altijd braaf in de buurt.

Enfin. De doemvolle dag kwam dat ik haar ging Vertrouwen. En dat is zeer gevaarlijk, lezers van dit blog die hoogstwaarschijnlijk iets willen leren over de omvang van de mens met de oppaskat. Zo nee, stop dan [hier] met lezen en ga iets nuttigs doen.

En zo kon het vervolgens gebeuren dat ik in mijn oneindige naïviteit en kattenliefde oppaskat F. even vol vertrouwen buiten het zicht van mijn ooghoek liet scharrelen. Ik voorzag aan de andere kant van het miniscule balkon de klimop van ruim kraanwater - op een zomerse dag geen overbodige luxe voor z'n immobiel wezen.

En daar ging ze (de klimop bleef overigens staan, mensen met ruime fantasie!).

Met een fikse hup zat oppaskat F. plots op de stoel. Een ferme sprong later zat ze op de twee meter hoge houten gereedschapskast, daarna op die van de buren en...

Weg was ze.

F*******ck! Potjandrie! Doemscenario's vlogen door mijn hoofd: 'ja bedankt voor het lenen van jullie huis, geweldige tijd gehad, de kat? oh nee, die heb ik al een week niet meer gezien, ach, niet huilen, die komt heus wel weer eens, of, hier heb je een goudvis, nee, dat was het enige wat binnen mijn budget - etc.)

Oppaskat F. reageerde geenszins op mijn steeds wanhopiger scanderen van haar naam. Het moet gezegd dat ook geen enkele van de toekijkende zeventien buren reageerde, wat geruststellend was, want kat F. zou wel eens van puur enthousiasme (Faam! Roem! Aandacht!) van de balkonrand kunnen flikkeren tuimelen.


Wordt vervolgd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Schrijf hier iets, als je daar zin in hebt!